Etiologie, incidentie en de klinische relevantie van 'de vlek in de nek'
Welke betekenis heeft een hyperintense laesie (beschadiging) in het cervicale ruggenmerg bij achondroplasie?
Achtergrond
Via toevalsbevindingen bij beeldvormend onderzoek (MRI) werd opvallend vaak littekenweefsel in het hoog cervicale ruggenmerg gezien. Deze beschadigingen worden cervicale hyperintensieve intramedullaire (CHII) laesies genoemd.
Doel
Aantonen of de aanwezigheid van CHII-laesies bij een achondroplasie patiënt reden geeft voor vervolgbehandeling.
Resultaat
Vleggeert en Brouwer onderzochten 18 gezonde vrijwilligers met achondroplasie zonder klachten van het ruggenmerg en maakten MRI’s van het cervicale ruggenmerg (ruggenmerg ter hoogte van de nek). Ze observeerden dat bij ongeveer een derde van de mensen met achondroplasie een dergelijke laesie voorkomt en dat de laesie ver is aan atrofie van het ruggenmerg ter plaatse. Op de zogenaamde dynamische MRI’s was zichtbaar dat er bij een flexie-extensie beweging (ja knikken) geen druk ontstond op het ruggenmerg. Het idee was dat dit de oorzaak van het littekenweefsel zou kunnen zijn, maar dat bleek niet het geval.
Voor de behandelaar betekent dit dat de aanwezigheid van CHII-laesies bij een achondroplasie patiënt niet direct reden geeft voor vervolgbehandeling, omdat deze laesies geen klinische symptomen tot gevolg hebben en omdat ze geen verband houden met compressie van het ruggenmerg.
Artikel
PA Brouwer, CMA Lubout, JMC van Dijk, CL Vleggeert-Lankamp. Cervical high-intensity intramedullary lesions in achondroplasia: aetiology, prevalence and clinical relevance, Eur Radiol 2012; 23 (10), 2264-2272. Zie pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/22638916